Plannen

Opnieuw met de kippen op stok. Om half negen maakte ik de laatste avondronde met Yoeko. Naar bed met de krant. Ik slaagde er niet in hem helemaal uit te lezen, hoewel ik de hele dag niets noemenswaardigers had gedaan dan vrienden mailen die ik verwaarloosd had, enkele telefoontjes plegen en twee volgende bureauladen uitmesten. Ik had een vrije dag.

In ongekend tempo dwarrelt het blad uit de bomen. De berken zijn leeg. De walnoot verkleurde in drie dagen zwart en is nagenoeg kaal. Idem met de tamme kastanjes die ook hun scherpe bolsters hebben laten vallen. Ik heb ze met een tang geopend en er de dikke kastanjes uitgehaald voor de eekhoorn. Die haalt er zijn neus voor op als er ook walnoten in zijn bakje liggen. Maar de handige bosmuis was me dankbaar. Hij wipt de kastanjes met zijn neus uit het bakje en sleept ze mee naar zijn hol in het tuinhuis waar hij als dank voor het verpozen de schillen en doppen achterlaat.

Vanmorgen zittend ontbeten. In geen weken meer gedaan. Mezelf de laatste eitjes gekookt van eigen kipjes die winterstop houden na de vruchtbare oogst van 600 stuks.

Rust helpt. Minder last van rug en schouders. Als pure vrijetijdsbesteding het onvolprezen kippenforum weer eens bezocht. Ik schrik telkens van de vele ziekten en ongemakken die kippen kunnen overkomen en dank de hemel dat de mijne (afkloppen!) nog steeds gezond, vrolijk en tevreden zijn.

Vanavond begint de laatste jaargang van Downton Abbey. Vroeger keek ik er zelden naar, maar ik ben de fraai gefilmde beelden en ijzersterke cast gaan waarderen. Zal de leeftijd wel zijn. De eeuwigdurende Paul de Leeuw zou ik met zijn geblèr aan het spit willen rijgen. Klein stukje van Baas Raymann gekeken, die Tante S vervangt. Ook al zo’n opgewonden ADHD-bedoening geworden. Als het maar schreeuwt en over woorden struikelt, schijnt het humor te zijn.

Van twee vriendinnen, die elkaar niet kennen, vernam ik dat hun museumbezoek (Zwolle en Amsterdam) door overweldigende drukte geen pretje was geweest, en dat de schilderijen – door mensen vijf rijen dik voor hun snufferd – nauwelijks waren te zien. In de NRC gisteravond stond een ingezonden brief die hetzelfde meldde. Massaliteit en lekker dringen schijnt reuze in te zijn. Ik ga alles mijden wat ik volgens de media ‘moet‘ hebben gezien en kan prima op mijn herinneringen teren.

 

Het is niet anders

eglugoMezelf vanmorgen aangekleed teruggevonden op bed. Ik weet alleen nog dat ik mij gisteravond naar boven begaf met een banaan, voor het geval ik wakker zou worden van de honger. Ik was te moe geweest om te eten, om zelfs maar een boterham te smeren. Het vroege donker werkte mee. Yoeko en Pluis aanvaardden een vroege nacht. Vanmorgen lag de banaan nog onaangeroerd en de tv stond nog aan.

Toch nam ik gisteren al een ontspannen dag door samen met Inge een schuilhut te bouwen in de kippenren. Het hol onder hun hok ligt met de open zijde naar het noord-oosten. ‘s-Zomers ideaal, maar ‘s-winters te koud. Vanaf februari op marktplaats naar een kunststof kinderspeelhuisje gezocht, maar die bleken onbruikbaar (teveel tochtgaten) of erg duur. Hout komt in verband met luisgevoelige kieren en naden niet in aanmerking.

Uiteindelijk bij mijn leverancier een ‘Eglu go’ zonder ren op de kop getikt, het kleine broertje van mijn eigen Cube kippenhok. Omdat de toegangsdeur smal is, was het pakket alleen binnen de ren te monteren. We sleepten alle onderdelen, een bodemzeil en gereedschap naar binnen en stoeltjes om op te zitten. Het was heerlijk weer. De kippen namen een zonnig stofbad en lieten zich niet storen. Mijn vriendelijke haan kwam zo nu en dan even kijken wat we deden maar zag dat het goed was. We monteerden het hokje maar lieten bodem en achterdeur weg. Bij extreme koude kan die achterdeur er nog altijd worden ingeklikt. De voorkant heeft een tochtvrij deurtje dat naar believen open of dicht kan staan.

Het resultaat is een dubbelwandige tunnel (het deurtje staat nu open) die met zijn kont naar het noord-oosten staat. Makkelijk schoon te houden. Tunnel optillen en harken. Bovendien heb ik nu een extra hok, mocht er ooit een zieke kip apart moeten zitten.
Ze vonden het wat! Wij waren de ren nog niet uit of daar gingen ze op verkenning. Behalve winterbeschutting blijkt het ook opwindend speelgoed waarmee en waarin je verstoppertje en krijgertje kunt spelen. Iedereen tevreden, ik niet in het minst.

Zo te minder ik doe zo te vermoeider ik word, lijkt het wel. Weken emoties en lijflijk sjouwen eisen hun prijs. Ik liep op mijn grenzen, maar de ervaring leert dat ik mijzelf vrij snel weer in goede conditie kan slapen. Ben ik kennelijk druk mee bezig want zo bont als vannacht heb ik het zelden gemaakt. Jammer alleen, dat sommige mensen mijn huidige toestand lijken op te vatten als excuus om niet aan sociale verplichtingen te hoeven voldoen. Het is niet anders.

Het is volbracht

Maandagavond naar Meini. Ik liet er mijn abonnementsfilm voor schieten. Ik had trouwens geen puf meer naar de bios te gaan. Oke oke, ik zat goed vast aan alle kanten. ‘Morgen rustig aan’, zei ze bij het weggaan. Dat voelde ik zelf ook wel. Alleen was er gisteren niks rustigs aan. De vuilniszakken moesten buiten, de laatste rommels nog op de container (zo lang het nog kon). Al jaren ‘outdated’ hardware (SCSI en pre Intel) eindelijk mee op de schroot. Toetsenborden met limonadeschade weg en talloze verdroogde snoeren.

Om half vier moest ik met Yoeko bij Den Hoek zijn. Het oordeel over castreren zou worden geveld. Om kwart voor drie bleek mijn iPhone kwijt, maar ik had hem ‘s-morgens nog gebruikt. Zesmaal vergeefs het huis door. Ik werd bloednerveus want de tijd begon te dringen. Tot ik het idee kreeg het toestel te bellen met de overjarige iPhone die ik als reserve bewaar. Driemaal niks, tot ik zeer gedempt mijn bekende melodie uit een kast hoorde klinken. In de fototas had ik hem verstrooid gestopt, tussen de toestellen waarvan ik de batterijen had opgeladen. Had hem op normale wijze nooit teruggevonden!

Nog geen uitsluitsel over Yoeko. In een sessie van anderhalf uur werd hij van kop tot staart doorgemeten. Kwam hij twee maanden geleden op 3 binnen (zeer slecht), nu was het 8, terwijl het 12 zou moeten worden. In elk geval werken de medicijntjes. Hij krijgt nog twee maanden respijt om zichzelf tot de gewenste 12 op te krikken. Omdat het winter wordt en hij meer weerstand kan gebruiken, mag hij voorlopig meer vlees. Hij zit op de grens tussen slank en mager, maar ziet er verder prima uit.

Anderhalf uur naast de hoge behandeltafel. Yoeko laat zich makkelijk helpen, maar blijft des te rustiger als hij zijn kop bij me kan verschuilen, dus kan ik het beste naast hem blijven staan. Het testen duurde lang omdat ze ook wilde ontdekken welke bacterieën hem plagen. Om zes uur stapten we uitgeput de deur uit. Ik weet niet wie vermoeider was, Yoeko of ik. Om half negen sloop hij naar zijn mand en ik naar mijn bed.

Vanmorgen nog een laatste kans om de container te vullen. Toch weer de moed genomen. Eigen bureau opgeruimd, waarin nog beelschone iPodjes lagen zoals de eerste langwerpige ‘Shuffle’ en zijn opvolger ‘het Clipje’, dat je als een broche aan je kleren kon klemmen. Applespullen zijn onverslijtbaar. Ik heb ze opgeladen en het clipje aangehaakt. Dopjes in m’n oren gestopt. Ah! Die beeldschone muziek uit de pré-discotijd, alles lukraak door elkaar: Callas, Bach en Shostakovich tussen Abba, Aznavour, Robert Long en een jonge Paul S|mon. Welliswaar in het later zo verguisde mp3, maar wie maalt daar nou om als er omgevingslawaai is? Alles is tegenwoordig perfecter geworden, mooier, groter en … commerciëler. Zo’n oud Clipje van 2 GB(!) bevat voor minstens een etmaal muziek. Ik danste de verdere middag door en ga die oude dingen in ere herstellen.

Om 4 uur werd de container opgehaald. Het was dezelfde man die hem had gebracht. Hij vond dat we hem perfect hadden geladen. Alles was keurig vlak met karton afgedekt. Nergens uitsteeksels die zijn kleed konden beschadigen. Wel zwaar, kon hij merken. Dank je de koekoek met al dat papier! Ik kreeg twee snoepjes ten afscheid.

Vervolgens in een warm bad gedoken om de spieren te ontspannen. De zwaarste klus is geklaard, nu alleen nog kleintjes die minder tijdsdruk hebben. Ik loop finaal op mijn eind en had het geen week meer volgehouden. Inge trouwens ook niet. Er is heel wat druk van de ketel. Morgen die glorieuze vrije dag die ik gisteren had moeten nemen.

 

Geknakte soepstengel

Het verstandigste wat ik kan doen is mijn weblog bijhouden. Rust is geboden. We schoten best aardig op. De inhoud van de container was enorm uitgedijd. Telkens het bedrieglijke gevoel: ‘nu zijn we er bijna mee klaar’, maar dit bleek schijn. Zo lang er nog plaats is, kunnen we verder.

De kasten, laden en kratten in mijn werkkamer onder handen genomen. Die bevatten hoofdzakelijk afgedankte elektronica, zoals voedingen, laders, kabels, digitale camera’s en harde schijven die al jaren kapot of in onbruik zijn. Bewaard omdat diverse onderdelen (en schroefjes) misschien ooit nog nut kunnen hebben. Nu toch besloten het oudste spul weg te gooien. Reuze uitgezoek, tijdrovender dan boeken! Want een apparaat behouden, maar wel zijn voeding hebben weggedaan zou behoorlijk stompzinnig zijn. Onbruikbare harde schijven gedemonteerd om de bestanden onleesbaar te krijgen; stapels tijdschriften weggedragen. Hoezo bijna klaar? Het houdt niet op.

De confrontatie met mijn eigen chaotische papierwinkel was onthutsend. Gedurende 2,5 jaar gooide ik het meeste papierwerk op onlogische stapels, die ik kundig aan het oog onttrok. Voornamelijk buiten bezig, kwam er van opruimen (of sorteren) niets terecht. Voeg daarbij mijn onhandige eigenschap notities te maken op willekeurige enveloppen die binnen handbereik liggen, en ik heb nu dagen nodig om alles uit te zoeken. Geeft wel voldoening om vanaf nu mappen te hebben voor Ziektekosten, Energie, Pensioenfonds, KPN/Ziggo, betaalde rekeningen en dergelijke. Nu hoef ik alleen nog maar die duizend kladjes met gekrabbel door te ploegen, iets wat ik zittend kan doen.

Sinds we donderdag met de ecologische bomensnoeier (al weken eerder afgesproken) bezig zijn geweest voelt mijn rug als een geknakte soepstengel. Het regende pijpenstelen maar hier maalden we niet om. Er ging pas iets mis toen ik met bats en hark het zand door de kippenren verspreidde dat Jurjen vanaf de weg naar achteren had gekruid. Acht kruiwagens vol. De ellende was, dat de deur van de ren te smal was om de kruiwagen binnen te rijden. Hij stortte het zand pal voor de ingang en wij verspreidden het. We konden er niet mee stoppen want het deurtje kon niet dicht voordat de hoop was verwerkt. Ik hoorde Meini in gedachten roepen: ‘Wil je dit laten!’, ook al omdat ze onbereikbaar in Limburg verbleef, maar toen ik ermee stopte was het natuurlijk te laat.

Even dimmen en zachtkens in beweging blijven, ja dat deed en doe ik ook. Ik had vrijdagavond de afspraak met met W al afgezegd om met de kleinkinders bij de Jaarbeurs te eten waar zij naar Lego zouden gaan. Tot gistermiddag had ik nog hoop op verbetering (kon ik nog bellen dat ik wèl zou komen), maar toen ik ‘s-morgens in mijn dorp enkele boodschappen haalde bij AH, merkte ik dat ik geen trein naar Utrecht moest pakken, naar de Jaarbeurs lopen en ‘s-avonds weer idem terug. Jammer, maar het was niet anders. Ik kroop om half negen in bed. De wintertijd laat ik nog aan me voorbijgaan. Geen hond, kat of kip die hier klok kan kijken. Ze leven naar zonsop- en ondergang en trekken zich van mijn zomer- of wintertijd geen ene biet aan.

 

Kapitaalsvernietiging

Oké oké, de paperassen zijn op een oortje na gevild. Er resten nog mappen met spul van de jongens maar die moeten ze zelf maar doen. Gistermiddag eindigde mijn snippertaak. Het had niet langer moeten duren want ik was geradbraakt, leeg en sufgedacht.
Vanmorgen kwam Inge. Nu gaan we verder aan de boeken, sprak ze opgewekt. Ze haalde de eerste rijen vuile, stoffige, half vergane boeken van de planken en stapelde die op het bureau. Uitzoeken!, zei ze, terwijl ze een sopje haalde voor de planken. Mijn verdere leven zal ik mij een cultuurbarbaar blijven voelen.
Welke boeken wil ik nog mee naar het bejaardenhuis? Dit moet mijn criterium zijn. Hier behoren niet de talloze proefschriften van bekenden toe, evenmin de jubileumboeken van bedrijven of instanties; de goed ogende kijk-cadeauboeken over kunstenaars of landschappen die de mijne niet zijn; historische verhandelingen en biografieën over politici en bankiers; de grappige hebbeboekjes en kalenders; de bloemlezingen en bundels uit lang vervlogen tijden; de voorraad gedichtenbundels of gebundelde krantencolumns. Evenmin boeken die van ouderdom uit hun banden vallen omdat de lijm is verteerd.
Naar de Emmaüs?, probeerde ik eerst nog zwakjes, wetend dat iedereen zijn boeken loost, want dit had de veilingman al gezegd. Inge spotte: ze zien je daar aankomen! En dus gingen de door mij afgekeurde boeken zonder aanziens des persoons of herkomst de gehuurde afvalcontainer in. Wat een bof dat je die hebt besteld, verzuchtte Inge die tas na tas naar beneden sjouwde en de boeken zingend tussen de papieren mikte. Hadden we er auto-voor-auto mee naar de stort moeten rijden, dan was er van vermoeidheid vast weer een pols gebroken.
Kapitaalsvernietiging, ik weet het. We hebben nu de halve kast gedaan, dubbele rijen dik. Ik heb er misschien 1/8 van bewaard. Eerlijk gezegd voel ik me méér dan opgelucht. Ook al omdat ik eindelijk dierbare boeken heb teruggevonden, waanaar ik me jaren te pletter zocht.