Oké, dit was een broodnodige maand vakantie. Tijd om weer te schrijven want anders kan ik het wel laten. Mijn intieme vrienden zullen onderhand weten dat ik op 21 maart, aan het begin van de lente, bij het vallen van de duisternis, door twee mannen werd overvallen. Ik zou die avond naar de bijeenkomst van de buurtvereniging zijn gegaan waar het locale politieteam een lezing gaf over beveiliging, maar ik bèn goed beveiligd en het kwam er domweg niet van.
Even na het nieuws op tv ging de bel. Ik verwachtte de collectant van Amnesty International die steeds op reclame was geweest, opende de achterdeur, keek om de hoek wie er had gebeld, en staarde in de loop van een zwarte blaffer. Echt of niet echt, wie zal het zeggen?
Ik werd naar binnen gedreven en had maar één grote angst: dat ze mijn hond zouden mollen. Terwijl ik op de grond moest gaan liggen en aan handen en voeten gebonden werd, fluisterde ik hem aan één stuk toe dat het goed was en dat hij tegen me aan moest komen liggen hetgeen hij rillend van ellende deed omdat dit dwars tegen zijn natuur in was. Verder bleef ik ijzig kalm en bij de pinken. Ik kalmeerde beurtelings boeven en hond, verzocht de boeven mij in de luie stoel te zetten omdat ik te oud was voor liggen op de grond. Hetgeen ze deden. Dit opende enig perspectief voor verdere conversaties. Verdere details zal ik iedereen besparen. Behalve dan dat mijn hond en ik er ongedeerd vanaf kwamen en dat de boeven, vanwege een foute pincode die ik had opgegeven, met weinig buit genoegen moesten nemen.
Ze lieten me (hond had zich in de loop van anderhalf uur muisstil achter de bank verscholen) gebonden achter met computers en telefoons ontregeld en 2 iPhones ingepikt. Maar boven in huis lag nog oude, opgeladen iPhone met een prepaid kaartje er in. Ik wist me met de kiezen op elkaar van de tiewraps te ontdoen. De politie arriveerde vrij snel en op volle sterkte. Sporenonderzoekers, rechercheurs en zo. Ze bleven de dagen erna gaan en komen, hielden me goed in de gaten of ik geen trauma ontwikkelde, onderzochten wat ze konden en werden ‘mijn beste vriend’. De hond had absoluut een trauma van alles wat hij had meegemaakt en van al die mensen die het huis in- en uitholden, maar ik heb er tot nu toe geen blessures aan overgehouden. Alleen maar dankbaarheid dat het zo goed was afgelopen.
De politie adviseerde betere verlichting in de tuin en een alarmknop om mee naar buiten te nemen, hetgeen geschiedde. Volkomen los hiervan moest er nodig iets in mijn convectorputten gebeuren, en raakte de afvoer in de keuken verstopt. De dagen holden voorbij met werkmensen terwijl mijn Franse Isabel hier logeerde die paasvakantie had. Ondertussen had ik de computers weer aangesloten zodat ze spelletjes kon spelen en liedjes zingen. ‘s-Avonds maakten we ‘bioscoop’ door op Netflix jeugdfilms en -series te bekijken. Overdag konden we niet weg.
Zeeën van tijd was ik kwijt met het veranderen van allerlei wachtwoorden en met het opnieuw inrichten van iPads en iPhones. Ik wist niet beter dan dat ze mijn onbeschermde mobieltjes hadden meegenomen waarin veel wachtwoorden stonden. H. vond ze vorige week terug. Hij had gedroomd waar ze lagen en warempel. Al het werk voor niks geweest, maar mij hoor je niet klagen. Ondertussen heb ik mijn verhalen vele malen kunnen vertellen aan dienders, familie, buurtbewoners, vrienden en bekenden. Slachtofferhulp niet nodig.
Ze legden het uit: boeven zijn in de regel bloednerveus. Als het slachtoffer gaat gillen of schreeuwen wakkert die de zenuwen bij de boeven nog eens extra aan. Die reageren dan hun eigen angsten op het slachtoffer af door trappen en schoppen om hem of haar stil te krijgen. Mijn boeven waren uitsluitend op geld uit en hebben verder alles laten liggen, hoewel ze door het hele huis hebben gezocht. Ik denk dat ik mijn hond moet bedanken want ik ben vooral bezig geweest met hem rustig houden en had geen tijd om bang voor mijn eigen hachje te zijn.