Weinig interessants gedaan, dus ook niet veel te melden. Het begon er al mee dat ik de halve dag versliep. Omdat ik een kat met suiker heb sta ik elke morgen om kwart voor acht op om hem te spuiten. Als onverbeterlijk nachtmens kom ik hierdoor vaak een paar uur slaap terkort die soms ingehaald moeten worden.
Een andere manier om slaapgebrek het hoofd te bieden is eten. Ben dan ook sinds zijn diagnose acht kilo gegroeid want leven met een suikerkat betekent plannen. Zowel injecties als eten moeten op vaste tijden worden gegeven, waarvan je best een keertje maar toch niet vaak moet afwijken. Ik zou een moord doen voor een vervanger die kon injecteren, maar mijn zachtaardige kater ontpopt zich als tijger zodra er vreemden aan hem komen. Bij de dierenarts moet hij door drie personen in toom gehouden worden.
Waarom ik de lastige taak op me neem hem te verzorgen? Omdat hij nog zoveel plezier heeft in zijn leven. Wie ben ik om hier een einde aan te maken? Voordat in januari suiker werd geconstateerd was hij ondertussen al driemaal aan de terminale spuit ontsnapt. Steeds lukte het hem met zijn laatste krachten te overleven. Eerst irisontsteking, meteen daarop niesziekte en gelijktijdig de vergiftiging door het verteren van zijn eigen vet waardoor hij niet meer kon eten.
Uitgemergeld en uitgedroogd wankelde hij - meer levend dan dood - elke dag naar beneden om de honden te begroeten. Het was duidelijk dat hij zelf vond dat zijn tijd nog niet was gekomen. Hij is nu weer een hele gewone lekkere vriendelijke kater die behalve suiker niets anders mankeert dan dat hij aan zijn huis en mensen is verknocht. En ja, daar hoor ik ook bij.