Aldoor mijn mantra prevelend —het moet wel te gebruiken zijn of ergens neer te zetten— geruime tijd over de vlooienmarkt geslenterd. O zo gevaarlijk maar vandaag werd er zoveel rommel aangeboden dat ik niet eens in de verleiding kwam. JW concentreerde zich op sigarendoosjes in de hoop de ontbrekende merken te vinden voor de puzzel in Trouw.
Maar op het scheiden raakte ik toch nog in de ban. En wel van een walnoot die achteloos tussen een massa kitsch op een schotel lag en waaruit met eindeloos geduld en vingertopgevoel een dertigtal Buddha'tjes gestoken was. Zo'n noot die veel in handen was gehouden gezien de zachte glans en die nergens meer scherp van het snijwerk was.
De foto toont slechts een gedeelte van de walnoot, die een kleinood bleek te zijn.