Lange tijd weg geweest vandaag. Mensen beklaagd die zich elke dag in een auto zonder airco moeten verplaatsen. Mijn ritje nam hoogstens een half uur in beslag, maar ik was niettemin doorweekt.
Zoals gewoonlijk maakte ik bij thuiskomst een rondje over het erf. Ik vond aan de voorkant een onvolgroeide duivenveer; op het pad langs de hoge sparren wat donsjes. Aan het einde van dat pad, verscholen in groen, staat H. z'n landroverwrak. Eronder duizenden donsjes, korte kinderveren en botjes die tot op het merg waren afgekloven. Mijn duif of eentje van elders. Wat doet het er eigenlijk toe?
Het verval slaat genadeloos toe. De laurierkersen laten blad en bessen vallen; meelbessen en lijsterbes zijn al volledig leeggegeten. De rhodo's - in 1917 geplant en vier meter hoog - die we uit alle macht proberen te redden lijken het te begeven. Waarschijnlijk lopen ze vanuit hun wortels wel weer uit, maar het dichtgesloten bladerdek waaronder tal van vogels altijd schaduw en beschutting vonden gaat eraan.
De toch al sleetse dennen met afgeleefde kruinen worden met de dag bruiner. Aan de grote eiken en tamme kastanjes hangt het blad verdroogd te knisperen. De volledige rij bamboes langs de wilde vijver heeft er de brui aan gegeven. Op Soesterberg stijgen en landen vrijwel doorlopend kleine verkenningsvliegtuigjes. Houden die brandjes in de gaten?
Midden in het bos, op een zanderige plek waar geen spriet meer groeit, trof ik een bromvliegkikkertje aan. Nog geen twee meter verder zat een merelman met open snavel te hijgen alsof hij geen poot meer kon verzetten. De hitte kan me niet schelen al is hij soms naar, maar deze droogte is moordend voor bos en dier.
elisa op 07 augustus 2003 om 20:03 uur