De kikkers lijken wel van slag. Op de betontegels zit een hele grote die geen vin verroert als ik dichtbij kom. Ik weet nu hoe het moet. Trek handschoenen aan en zet hem onder het koele blad van de druif. Of dit zijn plek is of niet, niks mee te maken, maar hij moet uit het zicht.
Het geschreeuw van eksters heeft plaats gemaakt voor het piew piew van roofvogel. Welke weet ik niet, maar ik hoor en vrees hem regelmatig.
Op nog geen twee meter van me vandaan strijkt ineens de duivin neer en mijn mond valt open. "Dag meid", zeg ik terwijl ik mij voeg bij man en hond die een meter verder op en naast het bankje zitten. We zien hoe ze waardig naar de tobbe schrijdt en drinkt. Dit is niet gewoon. Vijver voor, vijver achter, en zij komt uitgerekend bij ons uit de tobbe drinken?
Ze kuiert vervolgens de voortuin in waar een tweede duif zich bij haar voegt, waarschijnlijk eentje van het jonge koppel. Er volgt een hevige strijd die lang wordt voortgezet, waarschijnlijk om het territoir. Een van beide, maar ik kan door de hoge hosta's niet zien wie, geeft de strijd op en neemt de wiek. Dat dit rakelings over mijn hoofd gaat terwijl er alle ruimte is geeft te denken.