Aan het staartje van zomertijd valt sneeuw. In één klap heeft de ginko vannacht al zijn blad geloosd. Het blad van de druif bungelt als geblancheerde groente aan de takken. De laatste knoppen van de teunisbloemen hangen slap voorover en hebben elke hoop laten varen. De laatste roos laat eindelijk zijn blaadjes vallen. Alleen de riddersporen blijven op de been en doen of er niks aan de hand is.
Eek in geen dagen gezien. Heeft voorraad genoeg om in slaapstand te gaan. Konijnen blijven, sneeuw of niet, dartel langs de vijver hupsen. Ze lijken een winterjas te hebben aangetrokken. 'sZomers zijn ze rossig beige, 'swinters sombergrijs.
Soms strijkt een duif neer voor een nipje water, vliegt meteen weer weg. Mijn duif die de weg hier als geen ander kent? Komt altijd alleen en drinkt op dezelfde plek: tussen de poten van de brug die over de vijver ligt.
Gisteren de kamerdebatten een tijdje gevolgd. Verbaasd geconstateerd hoe slecht er wordt geluisterd en hoeveel gezeurd over stokpaarden die allengs meer poten verliezen. Het gros hoort zichzelf veel te graag praten om puntig en bondig te zijn. Zo kan het met levendigheid nooit iets worden.
elisa op 24 oktober 2003 om 17:21 uur
De zomer heeft ruimte gemaakt voor een winters tafereel.... wel heel bijzonder zo in oktober!