O jee, dit valt nog niet mee

Kreeg de nota voor Misduk binnen en dacht: nu moet ik weer eens wat. Of ik hef het hele boeltje op, of ik ga er weer eens mee door nu al mijn lezers zijn weggelopen. Opheffen blijkt geen optie. Te vaak zoek ik dingen na waarover ik ooit heb geschreven. Uit welk jaar stamt de verwarmingsketel, bijvoorbeeld. Of wanneer werd de douche verbouwd?

Voorjaar 2016, daar was ik gebleven. Het hoger beroep heeft onlangs gediend en mijn overvaller boekte 1 jaar winst en moet 6 jaar brommen. Als ik toevallig eens “Opsporing Verzocht” zie met al die tot moes gebeukte gezichten dan dank ik de hemel. Nog steeds niets dan lof voor de politie die aanwijzingen gaf hoe huis en erf het beste te beveiligen. Ze bleven ook controleren of ik hun adviezen had opgevolgd. Al dat gedoe nam een groot deel van vorige zomer in beslag maar een trauma kon niemand mij opdringen.

Vorig najaar begon een oude vriend avances te maken. Ik was jaren bevriend geweest met zijn vrouw, die twee jaar eerder was overleden dan mijn man maar die lang ziek was geweest. Geregeld samen een hapje eten, naar film, concert of museum. Het was gezellig ook al bleken onze smaken te verschillen. Ik houd ook van modern op alle gebied maar hij houdt het liever traditioneel. Op zeker moment drong hij aan op een vaste relatie. Ik wilde mijn eigen leven behouden en niet verder dan LAT. Laten we eerst maar proberen of het prettig is, zei ik. Ik was niet verliefd, maar misschien zou dat nog komen.

Hij bazuinde steeds verder rond dat wij samen gingen, terwijl ik het gevoel kreeg verstikt en verstrikt te raken. Als je minder tijd aan je vrienden zou besteden, had je meer tijd voor mij, begon hij te zeggen. Kortom: geen stof om over te mailen omdat hij een aardige man is, maar wel uit een feodale tijd. Alles op de minuut gepland en geordend terwijl ik een impulsief type ben die wel ziet hoe de hazen lopen, en meestal lopen ze goed. En ja, ik heb vriendinnen/vrienden die na een telefoontje van ‘ben je thuis’, aanlopen voor een warme babbel. Dit genoegen offer ik voor niemand op.

[wordt vervolgd]