De gordelroosplek heeft zich niet uitgebreid. Dit pleit – vermoed ik – voor mijn conditie. Krijg steeds meer respekt voor Inge die grote plakkaten had van oksel tot navel en wekenlang zware pijnklachten hield. Toch bleef ze komen. Mijn piepkleine plekje geeft vooral een soms pijnlijk stijve nek, maar een zijden sjaaltje helpt beter dan een smeersel. Ik word ‘s-nachts een paar keer wakker en weet dan meteen: niet krabben!
Feest vrijdag goed volgehouden ook al was het mijn eerste grote partij zonder JW. Pijnlijke eenzaamheid, maar het gezelschap was aangenaam. Ik trof een echtpaar aan tafel met een pup op komst. Voldoende gesprekstof omdat ze ook veel van kippen wisten. Grote verrassing: het waren rokers. Tussen de gangen door slopen we even de straat op in de bijna zwoele avond. Ook dat schiep een band.
Op het laatste moment tot reizen per trein besloten. Goede keuze want Utrecht was overvol vanwege het uitreiken van de gouden kalveren. Mede-feestgangers vertelden dat de route was omgelegd en dat er amper een plek te vinden was. Mijn loopje naar het station was dan ook een stuk korter dan zij hadden te gaan.
Kennen jullie die nylonkousen met elastiek? Daarmee kreeg ik ruzie. Omdat mijn kamer nog steeds geblokkeerd staat door meubilair uit andere vertrekken, kon ik niet makkelijk in mijn kasten. Toen ik die nylons aantrok wist ik al dat ze rampspoed gingen geven, maar ik had geen moed de boel te verbouwen. Op hoop van zegen dan maar.
De rechter kous slobberde al naar beneden nog voordat ik het feest had bereikt. Ik droeg hoge laarzen en propte midden op straat de zakkerd tussen de rand. Nu moest ik er alleen nog voor waken dat mijn rok niet zou opwippen. Eén grijsgekousde knie en één blote leek me zelfs voor mijn doen idioot.
Een tweede vreselijk iets betrof mijn keurige jurkje. Het kwam uit de overstroomde kamer, en, hoewel ik het dagen had laten luchten bleef het naar mijn idee muf ruiken. Ik besloot er een waasje parfum op te spuiten uit een fles die nog van mijn moeder was geweest. Laat ik je zeggen: Dior verschraalt absoluut niet! Ik schrok me wezenloos. Ik, die zwaar geparfumeerde dames verafschuw, ging op stap als indringende geurvlag wat ook niet in drie woorden viel te verklaren. Ik besloot me niet te schamen en, warme avond of niet, de wollen omslagdoek maar om me heen te trekken. Alsof dit hielp!
Het enige goede waar parfum nog voor kan dienen, is ter vervanging van mottenballen of strips die zo specifiek zuinig ruiken. Motten hebben een pesthekel aan elke sterke lucht, leerde ik in India. Om kashmier (of andere wollen) kledingstukken te beschermen is het eleganter om aangenamere geuren te gebruiken. Men neme simpelweg een inlegkruisje, sprietst dit vol geur en legt het tussen de sjaals of truien.
Nu ik toch huishoudelijk ben: wassen doe je deze tere wolsoorten nooit met zeep. Je spoelt ze, zonder wrijven of wringen, voorzichtig uit in lauw water met een royale scheut gezeefd citroensap. Citroen ontvet; werkt als het ware als biotex maar houdt door het zuur de wolvezels zacht, terwijl alle zepen basisch zijn. Buiten drogen in de wind en niet bij de verwarming.