Echtvriend kon nog net platdak en goten ontdoen van blad en naalden vóór de bui, die helemaal niet kwam. Doet me denken aan de eerste keer. Ook van die zwoele dagen waarna toen het donker was geworden een hevig onweer zich ontlaadde. De regen viel met bakken neer en was zo lauw dat het heerlijk was je nat te laten gieten.
"Jullie moeten komen", klonk een stem van boven en ik riep terug dat we zo kwamen terwijl we het roepende kind nog even vergaten. Dansen door de klaterende regen valt niet zomaar te stoppen.
"Pàpa, màma, het lekt!", riep hij en ditmaal klonk het dringend. Wij in de keuken uit de kleren en hup naar boven met een emmertje.
Emmertje? De kamer stond blank want het spoot langs muren en plafond binnen. Op de vloer stond een waterbel van hier tot gunder. Hele linnenkast over de vloer verspreid om het water in déze kamer vast te houden. Echtvriend haalde een afvalbak en ging aan 't wringen.
Ondertussen bleken ook bed en bureau doorweekt. Houten buraublad met kieren (van opa) had het water niet kunnen tegenhouden. Schriften, boekjes, postzegels, alles naar z'n klote. Het was lachwekkend en absurd. H., ook wakker geworden, zat gierend op een trapje toe te kijken terwijl W. zijn tranen verbeet om zijn verloren schatten. We lieten hem zijn druipende spullen op de overloop uitspreiden, en toen kon hij er ook om lachen.
H. merkte op dat dit de afvalbak met het gat in de bodem was en dat pa nog wel uren kon staan wringen. W. had het spreiden van nat papier halverwege opgegeven en zat de ravage vergenoegd te bekijken. Waaróm lekt het?, vroeg H., de technicus.
Met keukentrapje naar balkon waar verstopte goten het water kletterend buiten zijn oevers liet treden. Dennennaalden, blad en nog eens dennennaalden. Het platdak boven W's kamertje leek wel een spaarbassing.
En zo is het gekomen dat bij zware buien de jongens bloot het dak opklommen want zonde van je droge kleren. Ook die ene keer dat er toevallig keurig bezoek kwam. We lieten de mensen binnen, kwamen de hoek van gang om waar je vrij zicht hebt op het overloopje, en daar stonden twee stel druipende blote billen als gekken te schateren.
Zo hebben wij geleerd dat we, vóór zware bui na droogte, perse het dak opmoeten!
Hehehehe, ik heb beeld;-)